Het blijkt niet voor iedereen duidelijk te zijn hoe de dwergseinen uit het bouwpakket op de baan aangesloten moeten worden. Dat is inderdaad niet iets waar ik aan gedacht heb, dus haal ik dat hier in.
Weerstanden
In het bouwpakket zijn drie weerstanden per sein meegeleverd. Deze worden aan de kathodes van het sein bevestigd. Dus aan de paarse, groene en blauwe draad van onderstaand plaatje.
De meegeleverde weerstand is 1kΩ. Dat is ruim voldoende bij aansluit voltages tot 18V.
Nu hebben we een trucje toegepast op de print. De bovenste led voor en de led achter staan in serie. Daardoor kunnen we ze met één draad aansturen. Dit kan, omdat er geen seinbeeld is waarbij de bovenste led aan en en de achterste niet. Of andersom. Bij oudere type dwergseinen is de achterste lamp helemaal geen lamp, maar is de bovenste die via een spiegel ook naar achteren schijnt. Hoe dit bij moderne seinen is gedaan weet ik niet.
Sluit je nu de seinen aan op een spanningsbron, dan zul je mogelijk een verschil zien in helderheid tussen de bovenste en de onderste twee leds. Dat komt door het het serie staan van de twee leds.
Dit kun je op twee manieren verhelpen: door verschillende weerstanden toe te passen of door dit in de decoder te compenseren.
Allereerst verschillende weerstanden. Hieronder tref je een overzicht van te gebruiken weerstanden voor de enkele en dubbele leds bij aansluiting op verschillende spanningen.
Voltage | onderste leds, aan de groene en de paarse draad | bovenste & achter, aan de blauwe draad |
---|---|---|
9V | 330Ω | 150Ω |
12V | 470Ω | 330Ω |
16V | 680Ω | 560Ω |
18V | 820Ω | 680Ω |
Volgens mij maakt het hierbij niet uit of het wissel of gelijkspanning betreft. Bij wisselspanning gaan de leds 50x per seconde even uit en zullen dus minder fel zijn als bij gelijkspanning. Voor de weerstandwaarde maakt het niet uit.
Omdat we niet weten welke spanning door de individuele seinbouwer wordt gebruikt, zijn we aan de veilige kant gaat zitten met 1.000Ω weerstanden.
Decoders
Het aansturen van het sein gaat het eenvoudigst met een decoder. Sommige decoders bieden ook de mogelijkheid de de helderheid per individuele aansluiting te regelen. kijk dus voor de zekerheid even de handleiding van de door jou gebruikte decoder na.
Een overzicht van decoders die ik ken:
Litfinnski Lichtsignaldecoder LS-DEC-SBB
Biedt bij mijn weten niet de mogelijkheid de felheid van de leds te regelen.
bron: LDT-infocenter
De plus draad staat niet op het plaatje. Sluit deze niet aan op de +5 op de decoder, want 5 V is te laag voor de leds in serie.
Gebruik bij deze decoder weerstanden voor het aansluiten.
Deze decoder biedt wel de mogelijkheid de felheid per led te regelen. Via cv 112 (A(usgang)0), 122 (A1), 132 (A2),…242 (A13), 252 (A14) en 262 (A15) kan de helderheid worden ingesteld met een waarde van 0 (%) tot 100(%). Kwestie van trail and error.
bron: Qdecoder.de
De min-draden sluit je met weerstand aan op de poorten A0 t/m A15 van de decoder. De gemeenschappelijke + op de + van de decoder. Raadpleeg voor de verder configuratie en aansluiting de documentatie van de decoder.
OC32
De OC32 biedt de mogelijkheid de leds per stuk in felheid te regelen. Alleen bij toepassing van een weerstandsbankje voor de poorten is een weerstand in de draden niet nodig. Weet je niet zeker of je deze hebt geïnstalleerd gebruik dan voor de zekerheid een weerstand.
De kathode sluit je aan op de OC32 en de de gemeenschappelijke plus lever je extern aan.
Arjan, dank voor de info: dit is (nu) bijzonder duidelijk. De weerstanden heb ik in huis… nu de dwergseinen nog 🙂 tot gauw, Erik.
LikeLike
Dag Ajan,
Nog een stukje uit de seinvoorschriften en de plaats bij de wissels (je zult het vast wel kennen)
https://www.bav.admin.ch/dam/bav/de/dokumente/fdv_a2016/eisenbahn/r_300_2_a2016.doc.download.doc/r_300_2_a2016.doc
LikeLike